maandag 22 februari 2010

Voorstelling periode 6

Tijdens de bijeenkomsten van Voorstelling bespraken we zaken die voor een kunstenaar van belang zijn. Eerst hadden we het over de eerste periode, hoe die was verlopen, wat we er positief aan vonden, wat we zouden willen verbeteren en hoe we dat zouden willen doen. Vervolgens hadden we het over de begrippen originaliteit en authenticiteit. Op het eerste gezicht lijken de begrippen op elkaar, maar er is weldegelijk een verschil. De conclusie die we trokken was dat je geen originaliteit moet willen nastreven want dan is er blijven er weinig dingen over die je kunt doen. Het is moeilijk om nog iets te vinden dat nog niet op de een of andere manier al een keer is gedaan. Er blijft weinig over. Met dat doel voor ogen kun je je afvragen in hoeverre dat wat je doet nog met jezelf te maken heeft. Beter is het om authenticiteit na te streven, dan beantwoordt je aan de interesses die je als persoon hebt en de kans is groot dat daar iets unieks tussen zit. Misschien kom je in eerste instantie op clichébeelden uit, maar als je daar op door gaat word de kans dat je op iets eigens stuit steeds groter.
Om die reden is het ook belangrijk om te kijken naar wat andere kunstenaars maken. Aan de ene kant kan dat ontmoedigend zijn -want waarom zou je nog iets maken als er al iemand is die datgene wat jij doet al gedaan heeft en schijnbaar veel beter?- maar ook inspirerend. Het wiel hoeft niet opnieuw uitgevonden te worden, er is waarschijnlijk een groot aantal kunstenaars dat door de eeuwen heen aan dezelfde thema’s werkte als jij, maar het wellicht op een andere manier aanpakten.
Na deze gezamenlijke bijeenkomsten werd het werk individueel besproken in de ateliers. Ik ben voor dit specifieke onderdeel aan de slag gegaan met het maken van videobeelden. Het was een opwelling om dat te doen, het was zondag, de zon scheen en ik ging er met de fiets op uit. Ik filmde op het bouwterrein en op het station. Dat leverde enkele mooie beelden op. Het zou vooral interessant kunnen zijn om deze beelden naast de meer intieme beelden te plaatsen die ik al eerder had gemaakt. Die waren meer expressionistisch terwijl deze beelden meer impressionistisch waren.
Ik ging dus door met filmen en monteren, waarbij ik een voorkeur had voor beelden die triestig en eenzaam waren. Nog steeds heb ik geen goede verklaring voor die voorkeur, hoewel ik daar wel lang over gepeinsd heb. Het zou kunnen zijn dat ik een medelijden voel voor de dingen die bij weer en wind buiten staan zonder te kunnen bewegen en heel langzaam verbrokkelen en vergaan, tenzij ze al eerder afgebroken worden. Vergeten en onbemind door de mens die er gewoon voorbij loopt. Een soort van postapocalyptische melancholie. Dat zou kunnen, maar of dat het echt is, weet ik niet.
Daarnaast maakte ik een kostuum dat lichaamomsluitend was. Bruin, omdat ik dat toevallig had liggen. Het was heel raar om dat aan te doen. Het ene moment was ik nog Trijnie, het volgende was ik een pop. Er zaten geen kijk- of ademgaten in het kostuum, maar ik kon er wel in zien en ademen, hoewel het niet de meest comfortabele aangelegenheid was. Ook dit filmde ik en ik deed daarbij de bewegingen die in me op kwamen. Deze beelden combineerde ik met de buitenbeelden. Dat leverde een interessant contrast op.
Het meest gehoorde commentaar van mensen die niet op de hoogte waren was: “Ik snap het niet.” Maar dat hoefde dan ook niet. Ik streefde niet een bepaald doel na met deze compilaties, er was geen verhaal. Het ging meer om de opgeroepen sfeer, maar zelfs die was niet van tevoren bepaald.
Helaas kwam deze werkwijze na verloop van tijd vast te zitten in een bepaalde vorm. Het was alleen nog maar een verzameling mooie beelden achter elkaar, zonder spanning er in. Hoe dat nou precies komt weet ik niet, maar het kan iets te maken hebben met het feit dat ik niet te lang achter elkaar met hetzelfde bezig kan zijn. Afwisseling en het experiment zijn voor mij heel belangrijk. Op een gegeven moment werd het filmen een soort verplichting. Ik zette door in de hoop toch nog iets te bereiken, maar raakte juist verder van mijn doel af. Had ik eerder moeten stoppen? Wellicht. Maar wat had ik dan moeten doen?
Zo zie je maar weer hoe moeilijk het is om tegelijkertijd je eigen opdrachtgever, publiek en criticus te zijn.
De beoordeling was een chaotische bedoeling. Op aanraden van de docent leende ik een beamer, om de videobeelden op groot formaat te kunnen laten zien. De beoordeling zou ‘s middags plaats vinden, dus zette ik de installatie ’s ochtends al klaar om te kijken of het wel echt zou gaan werken. Uiteraard gebeurde er het volgende: ’s ochtends werkte het wel, ’s middags werkte het niet. Klinkt als een slechte komedie, maar waargebeurd. Na veel gedoe konden we de beelden uiteindelijk toch bekijken. Het commentaar was wat ik eigenlijk al wel doorhad, dat het werk in een vorm was geraakt en dat de intentie zoek was.
Ik denk dat dat wel goed was om mee te maken, wat er gebeurt als je te ver doorschiet. Ik had liever gehad dat ook dit goed afgelopen was, maar wat had ik er dan van geleerd?
Weinig.
Helaas kan ik de videobeelden hier niet laten zien op dit moment. Wellicht komt dat nog een keer, als de techniek voor minder staat.

Resultaat voor deze periode: 7

1 opmerking:

Unknown zei

Lieve Trijnie,

Ik heb weer geboeid naar je ontwikkelingen zitten te kijken. Niet alleen je kunst"producten", maar ook je overpeinzingen vind ik leuk om te volgen. Jouw introspectie-oefeningen kan ik zo als een handboekje in de wachtkamer leggen.
Je tekening van die gebogen vrouw die haar handen in de aarde klauwt, waar je zelf Kafka aan hebt verbonden, zou ik kunnen gebruiken voor een lezing over Lucia de B! Nicht, ik vind het klasse dat je zo eerlijk bent. Veel liefs
Metta

Blogarchief