maandag 22 februari 2010

Publicatie periode 6

Het tweede onderdeel dat ik deze periode volgde was Publicatie. De opdracht van dit onderdeel was om door middel van druktechnieken je eigen werk op de een of andere manier te vermenigvuldigen zodat een oplage zou ontstaan.
Mijn eerste idee was om een boekje te maken met tekeningen, dat lag natuurlijk voor de hand. Na een blik op mijn werk suggereerde de docent echter dat het misschien interessanter was om iets te maken dat ruimtelijk was. Bijvoorbeeld om te drukken op textiel en daar iets van te maken.
Enthousiasme!
Dus ik ontwierp een patroon voor een pop, met als directe inspiratie de grote paarse pop die ik had gemaakt. In dit ontwerp komen mijn liefde voor het ontwerpen van kleding en voor het vrouwelijk lichaam samen. Ik wilde dat het compleet mijn eigen creatie zou zijn, zonder bestaand basispatroon. Het was nog een hoop meet- en rekenwerk om de verhoudingen goed te krijgen. Eigenlijk een heel wiskundig gedoe. Na twee proefexemplaren ontstond er een versie waarmee ik tevreden was. Dit alles gebeurde in de eerste week. Lekker hard werken! De patronen werden overgetekend op doorzichtig papier en op de zeef gezet, want ik ging zeefdrukken. Om het patroon in zijn geheel af te kunnen drukken waren twee grote textielzeven nodig.
Voor degenen die onbekend zijn met het zeefdrukken een korte uitleg: men neme een plat raster met minuscule gaatjes erin, 70 inslagen per vierkante centimeter in mijn geval; de zeef. De zeef wordt behandeld met een lichtgevoelige pasta en daarop wordt de afbeelding (zwarte lijnen op een doorzichtige ondergrond) gelegd. De zeef wordt belicht en daarna schoongespoten. Daar waar de zwarte plekken van de afbeelding zaten is de pasta zacht gebleven en kan dus weggespoten worden. Na enkele dagen is de zeef droog en kan ermee gedrukt worden. Hij word in een raamwerk vastgezet, daaronder word de lap stof (of iets anders) geplaatst en vastgeplakt. Op de bovenkant van de zeef word een kwak inkt uitgespreid. De inkt die gebruikt wordt is niet het vloeibare spul waarmee je kunt schrijven, maar een dikke pasta met acrylverf als basis. Deze inkt wordt door de gaatjes -dus daar waar de lichtgevoelige pasta is weggespoten- gedrukt doormiddel van een rakel. Daarvoor moet je flink wat kracht zetten en ook zorgen dat de rakel niet te schuin staat of te recht. En gelijkmatige druk zetten. Als het goed gegaan is, is het resultaat: een zeefdruk.

Tot zover het technische verhaal. Ik drukte deze patronen op verschillende soorten stof, dik, dun, kleurig, zwart, wit. Als de drukken gedroogd waren knipte ik de patronen uit en zette de pop in elkaar. De eerste pop was heel spannend om te maken. Ik merkte dat ik toch nog wat foutjes had gemaakt, maar de pop werd toch erg mooi.
Ook als het patroon niet uitgeknipt werd zag het er mooi uit. Voor de meeste mensen mysterieus omdat die niet zagen wat het voor moest stellen. Een deel van de hals werd bijvoorbeeld voor een laars aangezien.

Aan het eind van de rit had ik een flink aantal poppen. 5 witte exemplaren, 2 zwarte, een gele en een T-shirtpop. Ik had er graag meer foto’s van willen maken, op verschillende plekken, in verschillende opstellingen.
Doordat het werkproces zoveel tijd in beslag nam kwam ik daar deze periode niet zoveel aan toe als ik gewild had. Op een dag kon ik 3 zeefdrukken maken en het maken van een pop koste me een halve dag. Dat is dus iets voor een volgende keer, maar ik ben erg blij met wat er deze periode gebeurd is. Een simpel concept, een sterk ambachtelijke werkwijze en een wereld aan mogelijkheden. Een goede combinatie.

Resultaat voor deze periode: 9

Geen opmerkingen:

Blogarchief