maandag 14 september 2009

Assessment



Na een terugblik op mijn werk van het afgelopen jaar viel me op hoe de illustratieopdrachten me tegenvielen. Tot de 3e periode wist ik heel zeker dat ik illustratie wilde doen en bestond er eigenlijk geen enkele twijfel. De illustratieopdracht van die periode vond ik dan wel minder leuk, maar dat kan gebeuren, dacht ik. Toen ook die laatste periode tegenviel – terwijl dat toch de grote bevestiging had moeten zijn dat ik bij illustratie op mijn plek zat – begon ik wel echt te twijfelen. Ik besloot mijn assessment af te wachten, misschien dat daar een advies uit zou komen.
Een advies kwam er ook; alle drie de heren leek het een verstandig idee om over te stappen naar beeldende kunst.
Dit jaar ontdekte ik dat ik veel meer intuitie bezit dan ik ooit had gedacht. Het beste werk dat ik dit jaar heb gemaakt geeft daar blijk van. Het is voornamelijk vrouwelijk en lichtelijk autobiografisch. Naast tekenen heb ik de mogelijkheden van fotografie en van 3D objecten ontdekt. Ook heb ik gezien dat er mensen die 100 keer beter tekenen dan ik. Het is niet waar mijn grote kracht ligt; mijn kracht ligt juist in de combinatie van al die mogelijkheden door elkaar heen.
Ik heb besloten om over te stappen naar Beeldende kunst. Ik heb er nog lang en hard over getwijfeld! Toch had ik het idee dat ik bij Beeldende Kunst meer kon leren, vooral om achter mijn eigen maaksels te staan . Om de vrijheid te hebben om te experimenteren met verschillende materialen en zelfgekozen thema’s en om niet gebonden te zijn aan de eisen die het toegepast werken met zich meebrengt. Naar mijn idee zou ik bij illustratie te weinig met het 3D aspect kunnen doen en snel moeten werken, terwijl ik juist zo van experimenteren houd.
Daarom dus toch deze keuze. Tot nu toe heb ik er geen spijt van!

Periode 4



Na een mooi schooljaar vol goede resultaten lag het toch –wat mij betreft- in de lijn der verwachting dat deze laatste periode de spreekwoordelijke kers op de taart zou worden.
Niets bleek minder waar.
Reden van dit euvel heet Kafka. De opdracht voor deze periode was een boek te maken met 10 illustraties. Voor het onderwerp hadden we keuze uit 10 korte verhalen van Kafka. Met Kafka kun je 2 kanten op: je vind het mooi óf je vind het vreselijk. Ik behoorde tot die laatste soort. Dat bedierf mijn plezier in deze opdracht aanzienlijk. Ik deed mijn best om iets te vinden dat me aansprak en waar ik op door kon gaan. Door dit zoeken dacht ik veel te veel na en had ik geen idee wat ik nou eigenlijk wilde. Leraren spraken elkaar tegen; de een zei dat ik maar beter vlekken kon maken, de ander zei dat ik juist strakke pentekeningen moest maken. De derde liet het trouwens helemaal afweten, die sprak ik pas op het eind van de periode. Erg jammer.
Daar zat ik met een onbemind onderwerp en geen idee hoe ik ermee aan de slag moest. Ik heb er tot in de 4e week mee aangesukkeld, toen nam ik het besluit om het maar gewoon leuk voor mezelf te maken en me niet teveel van de elkaar tegen sprekende leraren aan te trekken.
Op zichzelf geen slecht besluit! Het werd geboren uit een frustratie. Het liefst wil ik iedereen tevreden stellen, maar in dit geval was dat bijna onmogelijk. Daarom besloot ik om te doen wat ik zelf het liefste wilde, dan zou ik er zelf tenminste achter staan. Dat bleek ook goed te werken. Helaas kwam dat besluit een beetje laat. Ik had nog maar weinig tijd om echt iets moois te maken. Ik ben dan ook niet erg tevreden over het resultaat. Het stuurde me een beetje met een slecht gevoel de zomervakantie in, maar ik leg me er inmiddels bij neer dat het niet altijd even goed kan zijn –blijkbaar.
Anderen zijn me deze periode voorbijgestreefd. Ik heb werk gezien van mensen die Kafka óók niks vonden, maar die toch iets fantastisch hebben neergezet. Het heeft mij erg aan het twijfelen gebracht of illustratie wel iets voor mij is.
Al met al niet een erg leuke periode, maar wel een heel leerzame.

Resultaten:
3D: 7
2D: 7
Beeld en Concept: 6

Blogarchief